Lunch in Sathon

Het einde

Na 90 dagen ben ik terug in België.

Het was nog wel leuk, die laatste week. De collega's hadden een avond karaoke georganiseerd. Zoals de meeste activiteiten hier is ook dat eigenlijk gewoon een smoes om lekker te eten, getuige daarvan de foto hieronder.

Maar het mooiste moment van de dag had plaats daarvoor. Om mij te bedanken voor mijn assistentie van de afgelopen maanden werd ik getrakteerd op een rijstkoker. De vraag of het een kleine rijstkoker is, of dat ik spectaculair gegroeid ben laat ik aan jullie over.

In elk geval, mijn gezicht op de foto vat goed samen hoe mijn avontuur hier is verlopen. Bedankt om te lezen, en wie weet ga ik ooit nog terug, en dan schrijf ik hier gewoon verder. Tot dan!

Eten eten eten

Het was een vrijdag, en gezien dat wij de de dag ervoor onze loonbrief ontvangen hadden, besloten de collega's dat het tijd was om dat geld meteen weer uit te geven. En dat doen ze op zowat de enige manier die ze kennen, namelijk door op restaurant te gaan.

Het begon al vrij vroeg. Mijn werkdagen beginnen meestal zo rond 10 uur, en ik zat nog maar net goed in mijn stoel toen er een goed uur later al aanstalten werd gemaakt om te vertrekken. De plaatsen in de goede, en dus populaire restaurants zijn nu eenmaal niet goedkoop, en dus was het belangrijk dat we er op tijd waren. Na een tocht van een goede kilometer, wat best wel veel is als het 35 graden is, kwamen we aan in een restaurant genaamd Thong Smith, een plaats waar ze zogenoemde Boat Noodle serveren. Zie foto voor een voorbeeld.

Dat zijn dus noedels geserveerd in pikante, vrijgevig gekruide soep, meestal met varkensvlees of rundsvlees. En die worden boat noodles genoemd omdat je dat vroeger te eten kreeg op de boot, Bangkok was vroeger namelijk een stad met kanalen waarin je je per boot verplaatste.

Ik had mijn boat noodle bijna op toen mijn collega mij doodleuk meedeelde dat ze vaak varkensbloed in die soep doen om de smaak op punt te krijgen. Ik keek even op, en dan terug naar mijn soep, en besloot dat ik het toch lekker genoeg vond om ze verder op te eten.

Na een lunchpauze van om en bij de twee uur waren we terug in het kantoor, natuurlijk met een oververzadigd gevoel waardoor er nog maar weinig gewerkt werd. Eens de werkuren erop zaten, het moet wel gezegd worden dat dat later is dan in Belgié, was het tijd voor het tweede deel van het gastronomisch avontuur. We gingen opnieuw te voet naar een restaurant, ditmaal voor Moo Kata. Dat is zo'n beetje Thais gourmetten, maar dan opnieuw veel lekkerder. Volgens de traditie moet je dat buiten doen, zonder airconditioning en dat soort dingen, maar daar had niemand zin in. We moesten trouwens aanschuiven: in Thailand (en in andere Aziatische landen) is het normaal dat je in de rij staat voor op restaurant te gaan. Reserveren bestaat er niet. Bij de beste restaurants moet je blijkbaar vaak uren in de rij staan, en ook daar is een oplossing voor. Je kan namelijk iemand inhuren die voor jou in de rij gaat staan, wat mij al helemaal niet meer verbaast.

Ik had niet meteen door hoe het werkte, maar de pan die je op de foto ziet moet je insmeren met een klomp varkensvet. Eens dat de pan dan heet en smerig is leg je alles erop wat je wil. Aan de buitenkant van de pan is er een goot waar je soep in giet. Die is vrij flauw, maar aangezien het overtollige vet van de pan daarheen vloeit wordt ze toch weer lekker naarmate het eten vordert. Al bij al was het goed, maar het moet gezegd dat je hier moest werken voor je eten.

De foto's hieronder zullen wel duidelijk maken hoe het er allemaal precies aan toe ging. Het lijkt misschien veel, maar het zijn allemaal zeer dunne lappen vlees, dus qua hoeveelheid valt het allemaal wel mee. Het moet wel gezegd dat er die dag weer een hoop varkens en runderen gesneuveld zijn voor ons genot.

Ik ga het eten hier bijzonder hard missen.

Aanschuiven voor de moo kata
Een blik op onze bescheiden bureau.

Fietsen in de jungle

Ik dacht altijd dat Bangkok alleen bestond uit lange, brede wegen en gigantische gebouwen, maar toen keek ik op een satellietkaart en zag ik dit:

Blijkbaar is er, niet zo heel ver van mij, een groot gebied met alleen maar groen dat van de stad gescheiden wordt door de rivier. Wat zou dat kunnen zijn? Ik kwam het alleen maar te weten door een boek te lezen over Bangkok. Dat groene gebied is een eiland in de stad met de naam Bang Kachao. Het is technisch gezien zelfs geen deel van Bangkok, en vermoedelijk is dat de enige reden waarom het nog niet overspoeld is door projectonwikkelaars die een nieuwe toren willen neerplanten.

Blijkt zelfs dat ik maar een minuut of tien met de brommer nodig heb om tot de ferry te geraken die je voor de billijke prijs van een halve euro naar de andere oever van de rivier brengt. Alzo was ik redelijk snel in de groene long van Bangkok, zoals men dat hier noemt. Daar werd je meteen begroet door vertegenwoordigers van de lokale commercie die je een fiets of scooter willen verhuren in ruil voor een paar baht. Het was alweer even geleden dat ik op het zadel van een fiets had gezeten, en het leek me wel leuk om te fietsen door de jungle van Bangkok, en dus was de keuze rap gemaakt.

Het fietsen ging vlot, al leek de fiets ineengeknutseld met verschillende samengeraapte onderdelen. Mijn tocht bracht mij langs een park genaamd Sri Nakhon Khuean Khan, dat ergens leek op een tropische variant van de kinderboerderij in Kiewit. Maar het meest indrukwekkende was om de lokale buurten te verkennen. Het was speciaal om te zien hoe de mensen er wonen, in houten huizen neergezet in de drassige jungle die je alleen kunt bereiken over kleine betonnen paden waar ik met mijn fiets net op kon. Het lijkt alsof je in een andere wereld bent, maar in feite is het slechts op een paar kilometer afstand van de honderden wolkenkrabbers van Bangkok.

Daar ergens in de jungle is er ook een zogenaamde floating market, een markt op het water in feite, met min of meer dezelfde aangename stank die je op markten elders in de stad aantreft. Maar meer interessant vond ik een grote Hindoetempel waar ik per toeval op stootte toen ik mij met mijn fiets terug richting de pier begaf. Vergeleken met het hindoeisme en het boeddhisme is ons christendom toch maar vrij flets en saai. De hoofdpersonages daar zijn geen timmermannen, maar superhelden en mensen met een olifantenkop.

Ik zit hier nog twee weken en dan ben ik terug in België. Het is plezant geweest, maar ik moet toegeven dat de nieuwigheid verdwenen is en dat het leven in Bangkok voor een stuk routine is geworden. Ik kijk er zowaar naar uit om terug mijn bed zelf op te maken.

Verjaardagstaart

Met het busje naar Hua Hin

Het toeval wil dat ik een collega heb die ook in Zuid-Oost Azië zit. Niet zoals mij, op kosten van de baas, maar wel op eigen initiatief. Een paar maanden weg van de sleur en het grijze, koude Belgische weer, het moet kunnen. Ze passeerde in Bangkok en we besloten om samen naar een stad te reizen op enkele uren ten zuiden van hier. Die stad heet Hua Hin en is een toeristische hotspot voor het volk dat in de betonnen kooien van Bangkok smelt van de hitte en verlangt naar zee en strand. Eigenlijk wilden we nog iets zuidelijker gaan, op zoek naar de natuur, maar het openbaar vervoer van Thailand is niet erg voorspelbaar en ik moest maandag absoluut terug in Bangkok zijn. Dat was namelijk de eerste werkdag van de jongen die ik moet opleiden, en het zou nogal vreemd geweest zijn mocht ik dan ver weg geweest zijn.

Naar Hua Hin dus, en een van de gangbare manieren om van stad naar stad te reizen is de minibus. Een kleine bestelwagen, gelukkig met airco, waar een man of tien ingepropt werd om de tocht zo rendabel mogelijk te maken. Wat het lichtjes uitdagend maakt is dat er nergens informatie beschikbaar is over die busjes. Hier en daar een blog op internet, maar vaak genoeg zijn die al lang niet meer juist of is er besloten geweest om een bepaalde route te laten vertrekken vanaf de andere kant van de stad. Zo ook in dit geval: de plaats waar we gedacht hadden te vertrekken bleek al jaren geen stelplaats meer te hebben. Maar goed dat je niet veel Thais moet kennen om te vragen waar we dan wel moesten zijn (de woorden "Hua Hin" bleken genoeg te zijn, al is zelfs dat uitspreken best wel moeilijk in een tonale taal), en uiteindelijk waren we rond 11 uur op de juiste plaats. Ook daar moesten we nog een uur ofzo wachten. De bus heeft geen schema, ze komt wanneer het past.

Rijden met de bus is geen luxe. Een uur of 3 later kwamen we aan op onze bestemming. Bleek dat we een hotel hadden geboekt dat zich nog op enkele kilometers van het centrum bevond, wat een beetje lastig was aangezien we daar nergens een scooter konden huren. Het plan was immers om de volgende dag toch nog naar een park te gaan dat 50 kilometer verder lag. Te voet liepen we een grote baan af op zoek naar een scooterboer, maar die bleek daar niet te vinden. We vonden wel een garage die grotere moto's verhandelde, zowaar uitgebaat door een Fransman. Die stuurde ons door naar zijn kompaan wat verder weg, ook een Fransman. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo tegen zijn zin brommers verhuurde. Klagen dat hij deed: de scooters werden niet teruggebracht, de tank was nooit gevuld, het leer van de zetels was beschadigd, enzovoort enzoverder. Zo zie je maar: een Fransman blijft een Fransman, ook al woont die aan de andere kant van de wereld. Maar goed, uiteindelijk waren we wel gewoon weg.

Hua Hin bleek een zeer toeristische stad, met een mooi strand en alle andere dingen die ik intussen wel gewoon ben in Thaise steden te zien. Mooier was het park waar we de dag erna heen gingen. Na een berg bestegen te hebben, wat ongelofelijk veel pijn deed, daalden we af in een grot. Die bleek via een paar strategische openingen in het plafond toegang te hebben tot zonlicht en aldus is daar in de loop der eeuwen een apart ecosysteem ontwikkeld, het is te zeggen: er staan wat bomen en planten. Best wel mooi, beoordeel vooral zelf aan de hand van de foto's.

Aangezien ik niet wist wanneer de bus naar Bangkok terug zou gaan, en ik zoals eerder gezegd absoluut geen dag langer in Hua Hin kon blijven, was het belangrijk om op een goed uur terug in Hua Hin te zijn. Ik besloot om tijdens de terugrit eens te kijken hoe hard mijn scooter kon gaan en ik kan bevestigen dat die de 100 kilometer per uur haalt. De Fransman moest het eens geweten hebben. De bus terug kon ik redelijk makkelijk vinden, en zo stond ik een aantal uur later met mijn verkrampte benen alweer in de hoofdstad.

Of was het iets anders?

Ik had gehoopt met een goede nachtrust van de hieronder vermelde verkoudheid af te zijn, maar in plaats daarvan werd het alleen maar erger. In het midden van de erop volgende nacht werd ik wakker, badend in het zweet en rillend van de kou. Mijn maag en darmen waren ook aangetast, en dat had ik geweten. Een minuut of tien moet het geweest zijn dat ik in foetushouding op de vloer van mijn badkamer heb gelegen, wachtend op het einde. Maar goed dat die vloer drie keer per week grondig gekuist wordt door het hotelpersoneel. De rest van de nacht en de dag erop gingen gepaard met veel slapen en koortsdromen. Daarnaast wist ik ook niet hoe ik mijn ziekteverlof administratief in orde moest brengen. Ik had nochtans mijn huiswerk gedaan en op voorhand gevraagd hoe dat zat. Het antwoord was dat ik, net zoals in België, een ziektebriefje moest hebben van de dokter. Ik had besloten dat het gekkenwerk was om uit te zoeken hoe ik een Thaise dokter kon wijsmaken om een ziektebriefje te schrijven dat voldeed aan de normen van de Belgische sociale zekerheid, en dus gewoon niet ziek ging worden, maar het lot had andere plannen.

En toen werd het dinsdagavond en voelde ik me opeens beter. Nog steeds vermoeid enzo, maar de ellende was weg en ik voelde me weer mens. Ik sliep vrij goed, en de dag erna kon ik zelfs gewoon weer werken. Een miraculeuze genezing, zou ik bijna zeggen. Mijn hoest klinkt nog altijd als een verroeste fietsketting, maar ik ben weer onder de levenden en kan terug verder zorgenloos aan het zwembad liggen. Die Thaise virussen zijn speciale dingen.

Heel lang had het ook niet moeten duren, trouwens. Vrijdag moet ik, na twee maanden hier te zijn geweest, mijn visum gaan ophalen en maandag start mijn trainee - en die opleiden is nog altijd de reden waarom ik hier ben.

Kanchanaburi

Een van mijn collega's is origineel afkomstig uit Kanchanaburi, een provincie op een drietal uur rijden ten westen van Bangkok. Ze gaat regelmatig terug naar huis en vroeg mij een tijdje geleden of ik die plaats wilde bezoeken. Ik heb al genoeg aan het zwembad gelegen, dus was er niet veel nodig om mij te overtuigen om mee te gaan. Ze wist zelfs een hotel aan te bevelen, een "floating house" aan de rivier Kwai. Als die naam je iets zegt, dan komt dat waarschijnlijk van de filmklassieker The bridge over the river Kwai, een van die films die steevast genoemd wordt als een van de beste aller tijden maar die nog nooit iemand echt gezien heeft.

We kwamen aan in de namiddag, want uiteraard waren we onderweg drie keer gestopt om te eten. De rit ernaartoe was trouwens best wel interessant, want je krijgt er een beter zicht op het "echte" Thailand. Niet dat het zo spectaculair was, maar toch interessant.

Gezellig met zijn allen vanachter
Een dessert, ik weet niet meer of ik het lekker vond.
Geen vogelverschrikker, wel iemand die de hele dag in de zon moet werken.
Tennis kijken tijdens het autorijden, geen probleem hier.
Helaas geen olifanten gespot.

Eens aangekomen werd ik naar mijn kamer gebracht, en ik zag dat het iets beter was dan in Koh Samui. Airconditioning, geen muggennet en zelfs een terras dat op de rivier lag. Het was inderdaad een drijvend huis.

Nadat we even aan de rivier hadden gezeten mochten we mee op een vlot voor een tocht over de rivier.

Bootgenoten

In het echt nog beter dan op de foto's. De lucht was er proper en het enige geluid kwam van de dieren die zich aan de andere oever bevonden. Die kunnen trouwens serieus lawaai maken, zo mocht ik de volgende ochtend ontdekken.

De volgende dag gingen we naar een nationaal park in de buurt. De grote trekpleister daar is de Erawan-waterval, een grote waterval die langs een berg naar beneden loopt. Diezelfde berg zouden we (gedeeltelijk) gaan beklimmen, wat gezien de hoge temperaturen niet zo vanzelfsprekend was. Gelukkig is het grootste deel van het park jungle, dus was er genoeg beschutting van de bomen en planten. Ik laat de foto's voor zich spreken.

Er is nog meer te vertellen, maar hier laat ik het voorlopig bij. Ik heb een verkoudheid opgelopen en dat is hier even vervelend als in België.

Zomer

Het is hier in Thailand zomer, en dat bedoel ik niet figuurlijk. De autoriteiten hebben vorige donderdag aaangekondigd dat het zomer is. Ik heb geen idee hoe ze dat doen, maar het werkt dus niet met vaste data zoals bij ons. Ik kan bevestigen dat het hier erg warm is. Overdag geraken we makkelijk aan de 35 graden. Ik vraag mij af hoe de mensen die zich geen airco kunnen veroorloven hier overleven.

Ze verwachten dat de zomer duurt tot midden mei, waarna het regenseizoen begint. Volgens mij ga ik hier net op tijd weg zijn.

Foto's

Koffie
Dessert
Die steak is het pikantste dat ik hier al gegeten heb. De tranen kwamen uit mijn ogen.

Riviertocht

Meer Koh Samui

Koh Samui is een beetje zoals Bangkok, maar dan extremer. Alles is er gericht op toeristen, er lopen daar amper Thailanders rond, behalve diegene die er werken in de serviceindustrie. Algemeen beschouwd moet ik niet veel hebben van de buitenlanders die ik hier in Thailand zie. Als je 's avonds door bepaalde straten loopt zie je niks dan kale Britten en dikke Duitsers die hier voor weinig geld het varken komen uithangen. In Koh Samui zitten die ook, maar daar heb je dan ook nog eens de influencers en ander verlicht volk dat beslist heeft dat ze hun winters toch liever doorbrengen op een tropisch eiland. Ook op mijn verblijf waren het enkel buitenlanders, wel vooral Fransen. Ik meen ook dat het hele ding uitgebaat werd door een Fransman.

Ik ben een waterval gaan bekijken. Als ik mijn zwembroek had meegenomen was ik zonder twijfel in die poel gaan zwemmen, maar die had ik niet bij dus bleef het beperkt tot mij ergens neer te zetten op een steen, waar ik even nat werd as zij die in het water zaten vanwege de absurd hoge luchtvochtigheid. Het zat daar ook vol met muggen en andere insecten.

Ik wou graag een mooi uitzicht bemachtigen van het eiland, en met Google Maps moet je niet meer zelf uitzoeken waar je dat vindt. Gelukkig dat ik die scooter had, het was een steile weg naar boven.

De dag erop begon ook met een interessant avontuur. Ik kon een kajak huren voor een paar euro en ik wou daarmee de zee op. Zo gezegd, zo gedaan en binnen de kortste keren was ik aan het peddelen. Ik ging meteen wat verder, want ik wou wel eens weten hoe het daar was, wat verder van het strand, waar niemand je kon horen of zien. Het was er formidabel mooi, ik zat alleen in het midden van de blauwe zee met een strand in de verte. Ik vroeg me af of ik er kon zwemmen en ik gooide mijn benen over de boot.

Laat het een les zijn: gooi nooit je benen over de boot. Het duurde niet lang of de boot verloor zijn evenwicht en kapseisde. Ik lag nu in het water, en de boot lag ondersteboven. Een gekapseisde boot is niet zo makkelijk recht te trekken, zo ondervond ik, zeker niet wanneer je zelf in het water ligt te trappelen. Nog een geluk dat het water niet erg diep was, anders had ik wellicht een groter probleem gehad. Ik kreeg de boot wel recht, maar als ik mij erin probeerde te slepen besloot die dat andersom toch leuker was en lag ik al snel terug in het water. Als ik de peddel niet vast hield ging die ook andere oorden opzoeken, dus werd het al vrij complex om zonder kleerscheuren terug te geraken. Daarnaast gleed mijn zonnebril van mijn neus toen ik mijn lichaam met alle kracht van de wereld over de boot trok, en zoals ik nu weet drijft een zonnebril niet.

Ik was aan het overwegen om gewoon terug te zwemmen naar de kust met de boot aan de hand. Ik was een meter of 100 van de kust verwijderd, dat moest nog wel te doen zijn. Maar toen zag ik in de verte een kajak naar me toe komen. Het bleek een van die kale Britten te zijn die mijn boot moet hebben zien kantelen en zelf in een kajak was gesprongen om mij uit de penarie te helpen. Na wat proberen (want zelfs als iemand de boot vasthoudt is het niet evident om terug in een kajak te kruipen zonder die weer omver te duwen) zat ik terug in mijn boot en kon ik terugvaren naar de kust. Ik was aan het overwegen om gewoon weer verder te gaan varen, ik had mijn kajak immers voor een uur gehuurd, maar besloot dat het toch maar beter was om ze terug te gaan brengen en in mijn strandstoel te kruipen.

Nog wat andere vreemde zaken:

Ik had liever hier mijn werkdag doorgebracht
Russische keuken

Koh Samui

Zoals beloofd, meer over mijn uitstap naar Koh Samui. Dat is een eiland op zo'n 500 kilometer ten zuiden van Bangkok, vooral gekend voor zijn mooie, witte stranden. Ik had alweer weinig huiswerk gedaan, gewoon tickets gekocht en rap op booking.com het eerste hotel geboekt dat tevoorschijn kwam. Misschien dat ik daar best wat meer tijd in had gestoken, want bij aankomst, 's avonds laat, bleek dat ik niet in een hotel zat, maar wel in een hut op het strand. Geen airco, geluidsdichte muren en dat soort luxe, gewoon een hut gemaakt uit bamboe, of was het teak, ik weet het niet. Het was er warm en vochtig, al stond er wel een ventilator, en het muggennet liet weinig goeds vermoeden. Het was dan ook geen hotel, maar wel een soort van strandbar/-restaurant dat ook een paar hutten aanbood als slaapplek. Ik ging natuurlijk al eens in zee, en die bleek makkelijk 30 graden warm te zijn.

Na een verbazingwekkend goede nachtrust werd ik wakker en stapte ik naar buiten, en bleek ik te verblijven op een prachtig strand, letterlijk op 10 stappen van mijn bed.

Ik was aan het overwegen om vier dagen aan een stuk in zo'n rode zitzak te gaan zitten, maar daar ik had nu ook weer niet zoveel in, en bovendien had ik mijn boek vergeten, dus was ik toch al vrij snel aan het opzoeken hoe ik mij best kon verplaatsen op het eiland. De snelste en goedkoopste optie bleek gewoon om een scooter te huren. Ik heb dat vorig jaar in Spanje ook gedaan, maar het contrast was groot. Om te beginnen kostte het heel wat minder: voor zo'n 6 euro per dag mocht ik ermee rijden. De vrouw die de winkel uitbaatte vroeg of ik een helm wou, en na even na te denken besloot ik dat dat toch maar een goed idee was. Daarmee was de transactie afgerond: ik moest geen rijbewijs laten zien, laat staan dat ik aan verzekeringen en dat soort dingen moest denken. Vijf minuten nadat ik was binnengestapt zat ik al op de scooter. Het verkeer is er een stuk beter dan in Bangkok, en er zijn maar een paar hoofdwegen, dus veel moeilijkheden had ik niet. Wat wel wennen was is dat ze in Thailand links rijden, maar vooral dat enkel de wet van de sterkste geldt. Voorrang verlenen gebeurt hier niet, je kan langs alle kanten ingehaald worden, en voor je de weg oversteekt kijk je best eerst naar links, dan naar rechts, en dan nog eens naar links, zoals ze het in school aanleren. (Maar aangezien ze in Thailand links rijden moet dat misschien omgekeerd.) Toegegeven, eens je eraan gewend bent is het best wel leuk om over de Thaise wegen te scheuren aan 60 kilometer per uur.

De eerste dag ben ik naar een tempel gegaan, heb ik de zonsondergang aanschouwd vanaf een of strand in de buurt en heb ik Indisch gegeten in een restaurant met zicht op zee. Later meer!

Het jaar van de draak

In Thailand is het twee keer nieuwjaar, op 1 januari en gisteren, op 9 februari. Er is hier namelijk een grote invloed vanuit China, en die hebben hun eigen kalender. Die kalender zegt dat het nieuwe jaar vandaag begint, en dus is het vieren geblazen. De lobby van mijn hotel is volledig versierd in het rood (want rood is de favoriete kleur van de Chinezen), de receptionisten waren verkleed in traditionele Chinese outfits, het Boeddha-altaar dat op de parking staat werd met bloemen uitgedost en getrakteerd op appelsienen (en flesjes water...met rietjes?). Ook in de shopping malls staat het vol met speciale kraampjes en worden er unieke aanbiedingen gedaan, want een van de dingen die je traditioneel blijkbaar moet doen met nieuwjaar is gaan shoppen. Goede marketeers, die oude Chinezen.

Die invloed vanuit China komt voort uit de demografie. Ik heb ergens gelezen of gehoord dat zowat de helft van alle Thailanders ergens wel Chinese wortels heeft. Je kan het meestal ook wel zien aan iemand, voornamelijk aan het verschil in huidskleur, of die meer of minder 'puur' Thai is.

Het is trouwens het jaar van de draak, en die staat symbool voor sterkte, kracht en viriliteit. Daarom is het zo dat veel Chinezen proberen om net dit jaar een kind te baren. Overigens is mijn Chinees sterrenbeeld een paard, waar ik mij best in kan vinden. Als ik een paar maanden vroeger was geboren was ik immers een slang geweest. Mijn broer Klaas is blijkbaar een varken, en dat had ik eigenlijk even goed niet kunnen opzoeken.

Een grote draak in een groot winkelcentrum

De beste luchthaven

Al eens op een luchthaven geweest waar ze gratis eten en drank uitdelen? Ik sinds vandaag wel. De luchthaven van Koh Samui blijkt de beste attractie van heel het eiland te zijn. Het lijkt zelfs niet echt op een luchthaven, eerder op een pretpark of een groot openluchtcafé. Mocht je ooit terrorist worden en een vliegtuig willen kapen, kom dan zeker naar Koh Samui. De landingsbaan kan je gewoon op wandelen. Beveiliging is hier amper. Geen drukke wachtruimtes, gigantische duty free shops of kilometers lange gangen, wel grasperken met zitzakken en comfortabele stoelen, planten, een vijver. Goedkoop bier. En ja, er was een ruimte met gratis koeken en drank, koffie, met wat verbeelding leek het op een bescheiden ontbijtbuffet. Normaal wacht ik niet graag in een luchthaven, maar de volgende keer dat ik hierben kom ik de dag voordien en slaap ik onder sterren.

Blijkbaar is de luchthaven van Samui eigendom van de luchtvaartmaatschappij die hier alle vluchten beheert. Wat mij betreft mogen ze er nog wel een paar uitbaten. De rest van mijn uitstap naar Koh Samui was ook wel plezant, maar dat is voor een volgende keer.

Hard aan het werk

De CEO op bezoek

Het bedrijf heeft kantoren over heel de wereld tegenwoordig, en elk jaar doet de CEO die een bezoek aan om het afgelopen jaar te overlopen en het komende te voorspellen. In België, waar de meeste werknemers zitten, is dat een heel evenement met een hoop sprekers en een strakke planning. Dat houdt in dat er weinig plaats is voor interactie en dus is het vrij saai. Hier in Bangkok werkt er een man of 10, dus gaat dat iets anders: we zetten ons in een vergaderruimte en we krijgen een persoonlijke voorstelling, zonder al te veel op de klok op te kijken, waarbij we meer in dialoog kunnen gaan. De inhoud bespaar ik je, het belangrijke is dat we 's avonds met de CEO (en diens kredietkaart) op restaurant gingen.

Ik hoef niet meer te zeggen dat eten een belangrijke plaats inneemt in het leven van de Thai, en dus werd hier wel naar uitgekeken. Op kosten van de zaak naar een deftig restaurant gaan gebeurt immers niet elke dag. Het plan was om naar het Mahanakhon te gaan, met 314m het hoogste gebouw van Thailand, en vermoedelijk ook de grootste Jengatoren ter wereld.

Dat gebouw heeft uiteraard een rooftop bar en restaurant, en ik keek er wel naar uit om daar dure Pad Thai te eten terwijl ik van het uitzicht geniet.

Maar helaas, het mocht niet zijn: het was volledig uitverkocht. De 800 baht / 20 euro die je moet betalen om naar boven te gaan is klaarblijkelijk nog te weinig om vraag en aanbod met elkaar in balans te brengen, en dus waren we genoodzaakt om ergens anders goed eten te gaan zoeken. Gelukkig hebben onze Thaise collega's een encyclopedische kennis van restaurants in de buurt en is Google Maps hier ook aanwezig, dus niet veel later waren we al in een ander restaurant, waar in tegenstelling tot de vorige plaats heel wat minder volk was. Hoeveel het eten gekost heeft zal ik nooit weten, maar het was bijzonder smakelijk. Ik hoop dat de foto's voor zich spreken.

Voorgerecht
Niet voor gevoelige kijkers
Dessert

Mijn buik was gevuld. Ik wil toch nog eens de Mahankhon gaan bezoeken.

Ik blijf in beweging

Datum Afstand (m) Stappen
06/01/2024 4095.37 6457
07/01/2024 11084.21 15686
08/01/2024 8671.27 12605
09/01/2024 1867.12 2986
10/01/2024 8273.68 12364
11/01/2024 6980.29 10520
12/01/2024 12193.18 18031
13/01/2024 7601.72 11650
14/01/2024 10396.92 15834
15/01/2024 7389.31 11088
16/01/2024 7256.65 10679
17/01/2024 6146.02 9096
18/01/2024 8513.23 12477
19/01/2024 10217.79 14595
20/01/2024 11112.88 16792
21/01/2024 5832.35 8635
22/01/2024 6772.35 10148
23/01/2024 6190.84 8370
24/01/2024 7127.68 10535
25/01/2024 7927.94 11865
26/01/2024 2006.39 3158
27/01/2024 8536.57 12959
28/01/2024 12203.28 18551

Geen idee of deze cijfers correct zijn, maar ik wandel wel veel, abnormaal veel in vergelijking met de gemiddelde Thai.

Het zicht uit mijn appartement

's Morgens:

's Avonds:

Ik heb na bijna drie weken voor het eerst ook last gehad van mijn maag en darmen, een ritueel dat elke westerling moet doorstaan. Street food is lekker, maar als een Belgische voedselinspecteur hier een namiddag door de stad zou lopen zou er niet meer veel van overschieten.

Nog wat foto's:

Durian stinkt
Een food court, een plaats met veel restaurants die je in de meeste shoppingcentra en kantoorgebouwen tegenkomt

Ik heb ook voor het eerst ontbeten in het hotel. Heb er lang mee gewacht, want relatief duur, maar het is wel keigoed. En omdat het de westerse en Thaise keuken combineert kan je er zowel brood/spiegelei/croissants/koffie krijgen, als rijst/noedels/vlees/groenten/etc. Dus als je een beetje gulzig eet is het zowel ontbijt als lunch en avondeten.

Een kleine selectie

Volgend weekend ga ik naar Koh Samui. Google het maar eens.

Mijn zwembad

's Morgens:

's Avonds:

Valt allebei wel mee.

Een paar zaken die me opvallen

De meest primitieve vorm van openbaar vervoer.

Koh Larn

Zondag is rustdag. Als het kan rust ik graag op een strand met zicht op de oceaan, en dat is hier gelukkig niet zo moeilijk. Op een paar kilometer van de stad Pattaya, notoire bestemming voor feestbeesten en stripclubgangers, bevindt zich een eiland met de naam Koh Larn. Ik weet niet wat Koh Larn betekent. Koh is eiland, dus misschien 'mooi eiland'? Gelukkig heb ik een collega met auto en is de afstand niet zo groot, dus waren we omstreeks 11 uur in Pattaya, waar we met een speedboot naar het eiland werden gevoerd.

Eens daar reden we met een busje naar het dichtstbijzijnde strand. Dat strand bleek iets mooier dan aan wat ik gewend ben: helder, blauw water, en zacht, lichtgeel zand. En zoals nog maar eens bleek zijn ze in Thailand veel beter in diensten aanbieden: je krijgt er een ligstoel met parasol en obers die bestellingen opnemen. Dus na 10 minuten stonden er een paar kokosnoten op onze tafel, en opnieuw heel veel eten: rijst, zeevruchten, en soep.

Maar het beste moest nog komen: gaan zwemmen in de zee. Geen koel Noordzeewater waar je spontaan onderkoeling van krijgt, wel lekker warm water van boven de 30 graden. Zeker dicht bij het strand waar het water ondiep was had ik de indruk dat ik in een warm bad zat. Het zwemmen was leuk, getuige daarvan het feit dat mijn huid onder de brandwonden zit terwijl ik dit schrijf, maar kwam ook tot een abrupt einde toen ik met mijn voet op een scherp gesteente ging staan en dus mankend naar de kant strompelde met een aantal snijwonden in mijn voet. De avond eindigde met, hoe kan het ook anders, veel en goedkoop eten in een restaurant aan de zee in Pattaya. En niet zomaar eten hoor: wel krab en andere schaaldieren, en rijst, want rijst hoort overal bij. Een apart zicht wel bij het eten: bij eb blijkt de zee eigenlijk een vuilnisbelt te zijn. En er liep ook een verdwaalde hond rond.

Nog enkele bemerkingen:

Rooftop bar

Bangkok staat vol met wolkenkrabbers, en soms worden de daken ervan gebruikt om restaurants en bars neer te zetten. Zo ontstaat het concept van de rooftop bar: een plaats waar je prijzig* eten en drinken kan bestellen om van het uitzicht te genieten. Zeer impressionant, vooral de eerste vijf minuten. Daarna vergeet je het eigenlijk. Maar toch leuk om er eens geweest te zijn.

* zelfs voor Belgische standaarden. Om toegang te krijgen moet je verplicht een euro of 20 per persoon uitgeven.

Meer eten

De eerste indrukken blijven vooral gewoon eten:

Eten

Er is één constante in Bangkok, en dat is eten. Alles draait hier om eten. Eten kan altijd en overal. Men praat hier over eten zoals wij over het weer praten. Ze eten hier dan ook vaak. In België leren ze ons om 's morgens te eten als een koning, 's middags als een prins en 's avonds als een bedelaar. Hier gebeurt dat iets anders: er is weinig verschil tussen ontbijt, lunch en avondeten. Het is meestal rijst met vlees (varkensvlees of kip vooral). Of soep met noedels. Soja, papaja, ei, pepers, het passeert allemaal de revue. En sauzen, heel veel sauzen. Hoe komt het dat wij zo weinig saus eten? Mayonnaise en ketchup, en daar stopt het meestal. Hier steken ze alle smaken van de wereld in hun sauzen, en dat smaakt zo goed.

Maar waar eten de mensen dan? Het antwoord is dat je dat meestal gewoon op straat doet. De straten zijn bezaaid met kraampjes en kleine restaurantjes waar je alles kan kopen waar je zin in hebt, en dat, niet onbelangrijk, aan belachelijk lage prijzen. Ik stapte daarstraks op straat, besefte dat ik honger had, en vijf minuten later zat ik in een soort kantine een bord rijst met varkensvlees te eten voor de zachte prijs van 40 baht, ongeveer 1 euro. Het spreekt voor zich dat ik met dat soort voorzieningen niet vaak zelf ga koken. Ik heb hier een collega die geen keuken heeft en begrijp nu waarom.

Met een tafellaken van Winnie De Pooh
Varkensvlees, ei en zuurkool...en saus...

Ik ben hier nog maar een week en weet nu al dat ik het eten ongelofelijk ga missen.

90 dagen in Thailand

Het werk stuurt me 3 maanden naar Bangkok om mijn expertise te delen. Nu ik er toch ben, heb ik maar beslist om van de gelegenheid gebruik te maken om de lokale cultuur, omgeving en mensen te verkennen. Mijn reis heeft amper voorbereiding gehad: het leuke aan betaald op reis gaan is dat ik zelf niks heb moeten doen. Al klopt dat ook weer niet helemaal: ik ben namelijk wel pasfoto's gaan laten maken. Ik heb ook niks opgezocht over het land. Dat is logisch, als de sint komt wil je ook niet op voorhand weten wat die gaat brengen. Intussen ben ik hier een aantal dagen en is de initiële cultuurshock gaan liggen, want die was er zeker wel. Het zal kort en krachtig worden.

Om erin te komen toon ik een foto van hoe men hier de vuilniszakken buiten zet:

Bekijk de foto zeker goed, er zitten veel elementen in die de stad typeren. En ja, de stank was navenant.