Het was nog wel leuk, die laatste week. De collega's hadden een avond karaoke georganiseerd. Zoals de meeste activiteiten hier is ook dat eigenlijk gewoon een smoes om lekker te eten, getuige daarvan de foto hieronder.
Maar het mooiste moment van de dag had plaats daarvoor. Om mij te bedanken voor mijn assistentie van de afgelopen maanden werd ik getrakteerd op een rijstkoker. De vraag of het een kleine rijstkoker is, of dat ik spectaculair gegroeid ben laat ik aan jullie over.
In elk geval, mijn gezicht op de foto vat goed samen hoe mijn avontuur hier is verlopen. Bedankt om te lezen, en wie weet ga ik ooit nog terug, en dan schrijf ik hier gewoon verder. Tot dan!
Eten eten eten
Het was een vrijdag, en gezien dat wij de de dag ervoor onze loonbrief ontvangen hadden, besloten de
collega's dat het tijd was om dat geld meteen weer uit te geven. En dat doen ze op zowat de enige manier
die ze kennen, namelijk door op restaurant te gaan.
Het begon al vrij vroeg. Mijn werkdagen beginnen meestal zo rond 10 uur, en ik zat nog maar net goed in
mijn stoel toen er een goed uur later al aanstalten werd gemaakt om te vertrekken. De plaatsen in de
goede, en dus populaire restaurants zijn nu eenmaal niet goedkoop, en dus was het belangrijk dat we er
op tijd waren. Na een tocht van een goede kilometer, wat best wel veel is als het 35 graden is, kwamen
we aan in een restaurant genaamd Thong Smith, een plaats waar ze zogenoemde Boat Noodle serveren. Zie
foto voor een voorbeeld.
Dat zijn dus noedels geserveerd in pikante, vrijgevig gekruide soep, meestal met varkensvlees of
rundsvlees. En die worden boat noodles genoemd omdat je dat vroeger te eten kreeg op de boot, Bangkok
was vroeger namelijk een stad met kanalen waarin je je per boot verplaatste.
Ik had mijn boat noodle bijna op toen mijn collega mij doodleuk meedeelde dat ze vaak varkensbloed in die
soep doen om de smaak op punt te krijgen. Ik keek even op, en dan terug naar mijn soep, en besloot dat
ik het toch lekker genoeg vond om ze verder op te eten.
Na een lunchpauze van om en bij de twee uur waren we terug in het kantoor, natuurlijk met een
oververzadigd gevoel waardoor er nog maar weinig gewerkt werd. Eens de werkuren erop zaten, het moet wel
gezegd worden dat dat later is dan in Belgié, was het tijd voor het tweede deel van het gastronomisch
avontuur. We gingen opnieuw te voet naar een restaurant, ditmaal voor Moo Kata. Dat is zo'n beetje Thais
gourmetten, maar dan opnieuw veel lekkerder. Volgens de traditie moet je dat buiten doen, zonder
airconditioning en dat soort dingen, maar daar had niemand zin in. We moesten trouwens aanschuiven: in
Thailand (en in andere Aziatische landen) is het normaal dat je in de rij staat voor op restaurant te
gaan. Reserveren bestaat er niet. Bij de beste restaurants moet je blijkbaar vaak uren in de rij staan,
en ook daar is een oplossing voor. Je kan namelijk iemand inhuren die voor jou in de rij gaat staan, wat
mij al helemaal niet meer verbaast.
Ik had niet meteen door hoe het werkte, maar de pan die je op de foto ziet moet je insmeren met een klomp
varkensvet. Eens dat de pan dan heet en smerig is leg je alles erop wat je wil. Aan de buitenkant van de
pan is er een goot waar je soep in giet. Die is vrij flauw, maar aangezien het overtollige vet van de
pan daarheen vloeit wordt ze toch weer lekker naarmate het eten vordert. Al bij al was het goed, maar
het moet gezegd dat je hier moest werken voor je eten.
De foto's hieronder zullen wel duidelijk maken hoe het er allemaal precies aan toe ging. Het lijkt
misschien veel, maar het zijn allemaal zeer dunne lappen vlees, dus qua hoeveelheid valt het allemaal
wel mee. Het moet wel gezegd dat er die dag weer een hoop varkens en runderen gesneuveld zijn voor ons
genot.
Ik ga het eten hier bijzonder hard missen.
Aanschuiven voor de moo kataEen blik op onze bescheiden bureau.
Fietsen in de jungle
Ik dacht altijd dat Bangkok alleen bestond uit lange, brede wegen en gigantische gebouwen, maar toen keek
ik op een satellietkaart en zag ik dit:
Blijkbaar is er, niet zo heel ver van mij, een groot gebied met alleen maar groen dat van de stad
gescheiden wordt door de rivier. Wat zou dat kunnen zijn? Ik kwam het alleen maar te weten door een boek
te lezen over
Bangkok. Dat groene gebied is een eiland in de stad met de naam Bang Kachao. Het is technisch gezien
zelfs geen deel van Bangkok, en vermoedelijk is dat de enige reden waarom het nog niet overspoeld is
door projectonwikkelaars die een nieuwe toren willen neerplanten.
Blijkt zelfs dat ik maar een minuut of tien met de brommer nodig heb om tot de ferry te geraken die je
voor de billijke prijs van een halve euro naar de andere oever van de rivier brengt. Alzo was ik
redelijk snel in de groene long van Bangkok, zoals men dat hier noemt. Daar werd je meteen begroet door
vertegenwoordigers van de lokale commercie die je een fiets of scooter willen verhuren in ruil voor een
paar baht. Het was alweer even geleden dat ik op het zadel van een fiets had gezeten, en het leek me wel
leuk om te fietsen door de jungle van Bangkok, en dus was de keuze rap gemaakt.
Het fietsen ging vlot, al leek de fiets ineengeknutseld met verschillende samengeraapte onderdelen. Mijn
tocht bracht mij langs een park genaamd Sri Nakhon Khuean Khan, dat ergens leek op een tropische
variant van de kinderboerderij in Kiewit. Maar het meest indrukwekkende was om de lokale buurten te
verkennen. Het was speciaal om te zien hoe de mensen er wonen, in houten huizen neergezet in de drassige
jungle die je alleen kunt bereiken over kleine betonnen paden waar ik met mijn fiets net op kon. Het
lijkt alsof je in een andere wereld bent, maar in feite is het slechts op een paar kilometer afstand van
de honderden
wolkenkrabbers van Bangkok.
Daar ergens in de jungle is er ook een zogenaamde floating market, een markt op het water in
feite, met min of meer dezelfde aangename stank die je op markten elders in de stad aantreft. Maar meer
interessant
vond ik een grote Hindoetempel waar ik per toeval op stootte toen ik mij met mijn fiets terug richting
de pier begaf. Vergeleken met het hindoeisme en het boeddhisme is ons
christendom toch maar vrij flets en saai. De hoofdpersonages daar zijn geen timmermannen, maar
superhelden en mensen met een olifantenkop.
Ik zit hier nog twee weken en dan ben ik terug in België. Het is plezant geweest, maar ik moet toegeven
dat de nieuwigheid verdwenen is en dat het leven in Bangkok voor een stuk routine is geworden. Ik kijk
er zowaar naar uit om terug mijn bed zelf op te maken.
Verjaardagstaart
Met het busje naar Hua Hin
Het toeval wil dat ik een collega heb die ook in Zuid-Oost Azië zit. Niet zoals mij, op kosten van de
baas, maar wel op eigen initiatief. Een paar maanden weg van de sleur en het grijze, koude Belgische
weer, het moet kunnen. Ze passeerde in Bangkok en we besloten om samen naar een stad te reizen op enkele
uren ten zuiden
van hier. Die stad heet Hua Hin en is een toeristische hotspot voor het volk dat in de betonnen kooien
van
Bangkok smelt van de hitte en verlangt naar zee en strand. Eigenlijk wilden we nog iets zuidelijker
gaan, op zoek naar de natuur, maar het openbaar vervoer van Thailand is niet erg voorspelbaar en ik
moest maandag absoluut terug in Bangkok zijn. Dat was namelijk de eerste werkdag van de jongen die ik
moet opleiden, en het zou nogal vreemd geweest zijn mocht ik dan ver weg geweest zijn.
Naar Hua Hin dus, en een van de gangbare manieren om van stad naar stad te reizen is de minibus. Een
kleine bestelwagen, gelukkig met airco, waar een man of tien ingepropt werd om de tocht zo rendabel
mogelijk te maken. Wat het lichtjes uitdagend maakt is dat er nergens informatie beschikbaar is over die
busjes. Hier en daar een blog op internet, maar vaak genoeg zijn die al lang niet meer juist of is er
besloten geweest om een bepaalde route te laten vertrekken vanaf de andere kant van de stad. Zo ook in
dit geval: de plaats waar we gedacht hadden te vertrekken bleek al jaren geen stelplaats meer te hebben.
Maar goed dat je niet veel Thais moet kennen om te vragen waar we dan wel moesten zijn (de woorden "Hua
Hin" bleken genoeg te zijn, al is zelfs dat uitspreken best wel moeilijk in een tonale taal), en
uiteindelijk waren we rond 11 uur op de juiste plaats. Ook daar moesten we nog een uur ofzo wachten. De
bus heeft geen schema, ze komt wanneer het past.
Rijden met de bus is geen luxe. Een uur of 3 later kwamen we aan op onze bestemming. Bleek dat we een
hotel hadden geboekt dat zich nog op enkele kilometers van het centrum bevond, wat een beetje lastig was
aangezien we daar nergens een scooter konden huren. Het plan was immers om de volgende dag toch nog
naar een park te gaan dat 50 kilometer verder lag. Te voet liepen we een grote baan af op zoek naar een
scooterboer, maar die bleek daar niet te vinden. We vonden wel een garage die grotere moto's
verhandelde, zowaar uitgebaat door een Fransman. Die stuurde ons door naar zijn kompaan wat verder weg,
ook een Fransman. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo tegen zijn zin brommers verhuurde. Klagen dat
hij deed: de scooters werden niet teruggebracht, de tank was nooit gevuld, het leer van de zetels was
beschadigd, enzovoort enzoverder. Zo zie je maar: een Fransman blijft een Fransman, ook al woont die
aan de andere kant van de wereld. Maar goed, uiteindelijk waren we wel gewoon weg.
Hua Hin bleek een zeer toeristische stad, met een mooi strand en alle andere dingen die ik intussen wel
gewoon ben in Thaise steden te zien. Mooier was het park waar we de dag erna heen gingen. Na een berg
bestegen te hebben, wat ongelofelijk veel pijn deed, daalden we af in een grot. Die bleek via een paar
strategische openingen in het plafond toegang te hebben tot zonlicht en aldus is daar in de loop der
eeuwen een apart ecosysteem ontwikkeld, het is te zeggen: er staan wat bomen en planten. Best wel mooi,
beoordeel vooral zelf aan de hand van de foto's.
Aangezien ik niet wist wanneer de bus naar Bangkok terug zou gaan, en ik zoals eerder gezegd absoluut
geen dag langer in Hua Hin kon blijven, was het belangrijk om op een goed uur terug in Hua Hin te zijn.
Ik besloot om tijdens de terugrit eens te kijken hoe hard mijn scooter kon gaan en ik kan bevestigen dat
die de 100
kilometer per uur haalt. De Fransman moest het eens geweten hebben. De bus
terug kon ik redelijk makkelijk vinden, en zo stond ik een aantal uur later met mijn verkrampte benen
alweer in de hoofdstad.
Of was het iets anders?
Ik had gehoopt met een goede nachtrust van de hieronder vermelde verkoudheid af te zijn, maar in plaats
daarvan werd het alleen maar erger. In het midden van de erop volgende nacht werd ik wakker, badend in
het zweet en rillend van de kou. Mijn maag en darmen waren ook aangetast, en dat had ik geweten. Een
minuut of tien moet het geweest zijn dat ik in foetushouding op de vloer van mijn badkamer heb gelegen,
wachtend op het einde. Maar goed dat die vloer drie keer per week grondig gekuist wordt door het
hotelpersoneel. De rest van de nacht en de dag erop gingen gepaard met veel slapen en koortsdromen.
Daarnaast wist ik ook niet hoe ik mijn ziekteverlof administratief in orde moest brengen. Ik had
nochtans mijn huiswerk gedaan en op voorhand gevraagd hoe dat zat. Het antwoord was dat ik, net zoals in
België, een ziektebriefje moest hebben van de dokter. Ik had besloten dat het gekkenwerk was om uit te
zoeken hoe ik een
Thaise dokter kon wijsmaken om een ziektebriefje te schrijven dat voldeed aan de normen van de Belgische
sociale zekerheid, en dus gewoon niet ziek ging worden, maar het lot had andere plannen.
En toen werd het dinsdagavond en voelde ik me opeens beter. Nog steeds vermoeid enzo, maar de ellende
was weg en ik voelde me weer mens. Ik sliep vrij goed, en de dag erna kon ik zelfs gewoon weer
werken. Een miraculeuze genezing, zou ik bijna zeggen. Mijn hoest klinkt nog altijd als een verroeste
fietsketting, maar ik ben weer onder de levenden en kan terug verder zorgenloos aan het zwembad liggen.
Die Thaise virussen zijn speciale dingen.
Heel lang had het ook niet moeten duren, trouwens. Vrijdag moet ik, na twee maanden hier te zijn geweest,
mijn visum gaan ophalen en maandag start mijn trainee - en die opleiden is nog altijd de reden waarom ik
hier ben.
Kanchanaburi
Een van mijn collega's is origineel afkomstig uit Kanchanaburi, een provincie op een drietal uur rijden
ten westen van Bangkok. Ze gaat regelmatig terug naar huis en vroeg mij een tijdje geleden of ik die
plaats wilde bezoeken. Ik heb al genoeg aan het zwembad gelegen, dus was er niet veel nodig om mij te
overtuigen om mee te gaan. Ze wist zelfs een hotel aan te bevelen, een "floating house" aan de rivier
Kwai. Als die naam je iets zegt, dan komt dat waarschijnlijk van de filmklassieker The bridge over
the river Kwai, een van die films die steevast genoemd wordt als een van de beste aller tijden
maar die nog nooit iemand echt gezien heeft.
We kwamen aan in de namiddag, want uiteraard waren we onderweg drie keer gestopt om te eten. De rit
ernaartoe was trouwens best wel interessant, want je krijgt er een beter zicht op het "echte" Thailand.
Niet dat het zo spectaculair was, maar toch interessant.
Gezellig met zijn allen vanachterEen dessert, ik weet niet meer of ik het lekker vond.Geen vogelverschrikker, wel iemand die de hele dag in de zon moet werken.Tennis kijken tijdens het autorijden, geen probleem hier.Helaas geen olifanten gespot.
Eens aangekomen werd ik naar mijn kamer gebracht, en ik zag dat het iets beter was dan in Koh Samui.
Airconditioning, geen muggennet en zelfs een terras dat op de rivier lag. Het was inderdaad een drijvend
huis.
Nadat we even aan de rivier hadden gezeten mochten we mee op een vlot voor een tocht over de rivier.
Bootgenoten
In het echt nog beter dan op de foto's. De lucht was er proper en het enige geluid kwam van de dieren die
zich aan de andere oever bevonden. Die kunnen trouwens serieus lawaai maken, zo mocht ik de volgende
ochtend ontdekken.
De volgende dag gingen we naar een nationaal park in de buurt. De grote trekpleister daar is de
Erawan-waterval, een grote waterval die langs een berg naar beneden loopt. Diezelfde berg zouden we
(gedeeltelijk) gaan beklimmen, wat gezien de hoge temperaturen niet zo vanzelfsprekend was. Gelukkig is
het grootste deel van het park jungle, dus was er genoeg beschutting van de bomen en planten. Ik laat de
foto's voor zich spreken.
Er is nog meer te vertellen, maar hier laat ik het voorlopig bij. Ik heb een verkoudheid opgelopen en dat
is hier even vervelend als in België.
Zomer
Het is hier in Thailand zomer, en dat bedoel ik niet figuurlijk. De autoriteiten hebben vorige donderdag
aaangekondigd dat het zomer is. Ik heb geen idee hoe ze dat doen, maar het werkt dus niet met vaste data
zoals bij ons. Ik kan bevestigen
dat het hier erg warm is. Overdag geraken we makkelijk aan de 35 graden. Ik vraag mij af hoe de mensen
die zich geen airco kunnen veroorloven hier overleven.
Ze verwachten dat de zomer
duurt tot midden mei, waarna het regenseizoen begint. Volgens mij ga ik hier net op tijd weg zijn.
Foto's
KoffieDessertDie steak is het pikantste dat ik hier al gegeten heb. De tranen kwamen uit mijn ogen.
Riviertocht
Meer Koh Samui
Koh Samui is een beetje zoals Bangkok, maar dan extremer. Alles is er gericht op toeristen, er lopen daar
amper Thailanders rond, behalve diegene die er werken in de serviceindustrie. Algemeen beschouwd moet ik
niet veel hebben van de buitenlanders die ik hier in Thailand zie. Als je 's avonds door bepaalde
straten loopt zie je niks dan kale Britten en dikke Duitsers die hier voor weinig geld het varken komen
uithangen. In Koh Samui zitten die ook, maar daar heb je dan ook nog eens de influencers en ander
verlicht volk dat beslist heeft dat ze hun winters toch liever doorbrengen op een tropisch eiland. Ook
op mijn verblijf waren het enkel buitenlanders, wel vooral Fransen. Ik meen ook dat het hele ding
uitgebaat werd door een Fransman.
Ik ben een waterval gaan bekijken. Als ik mijn zwembroek had meegenomen was ik zonder twijfel in die poel
gaan zwemmen, maar die had ik niet bij dus bleef het beperkt tot mij ergens neer te zetten op een steen,
waar ik even nat werd as zij die in het water zaten vanwege de absurd hoge luchtvochtigheid. Het zat
daar ook vol met muggen en andere insecten.
Ik wou graag een mooi uitzicht bemachtigen van het eiland, en met Google Maps moet je niet meer zelf
uitzoeken waar je dat vindt. Gelukkig dat ik die scooter had, het was een steile weg naar boven.
De dag erop begon ook met een interessant avontuur. Ik kon een kajak huren voor een paar euro en ik wou
daarmee de zee op. Zo gezegd, zo gedaan en binnen de kortste keren was ik aan het peddelen. Ik ging
meteen wat verder, want ik wou wel eens weten hoe het daar was, wat verder van het strand, waar niemand
je kon horen of zien. Het was er formidabel mooi, ik zat alleen in het midden van de blauwe zee met een
strand in de verte. Ik vroeg me af of ik er kon zwemmen en ik gooide mijn benen over de boot.
Laat het een les zijn: gooi nooit je benen over de boot. Het duurde niet lang of de boot verloor zijn
evenwicht en kapseisde. Ik lag nu in het water, en de boot lag ondersteboven. Een gekapseisde boot is
niet zo makkelijk recht te trekken, zo ondervond ik, zeker niet wanneer je zelf in het water ligt te
trappelen.
Nog een geluk dat het water niet erg diep was, anders had ik wellicht een groter probleem gehad. Ik
kreeg de boot wel recht, maar als ik mij erin probeerde te slepen besloot die dat andersom toch leuker
was en lag ik al snel terug in het water. Als ik de peddel niet vast hield ging die ook andere oorden
opzoeken, dus werd het al vrij complex om zonder kleerscheuren terug te geraken. Daarnaast gleed mijn
zonnebril van mijn neus toen ik mijn lichaam met alle kracht van de wereld over de boot trok, en zoals
ik nu weet drijft een zonnebril niet.
Ik was aan het overwegen om gewoon terug te zwemmen naar de kust met de boot aan de hand. Ik was een
meter of 100 van de kust verwijderd, dat moest nog wel te doen zijn. Maar toen zag ik in de verte een
kajak naar me toe komen. Het bleek een van die kale Britten te zijn die mijn boot moet hebben zien
kantelen en zelf in een kajak was gesprongen om mij uit de penarie te helpen. Na wat proberen (want
zelfs als iemand de boot vasthoudt is het niet evident om terug in een kajak te kruipen zonder die weer
omver te duwen) zat ik terug in mijn boot en kon ik terugvaren naar de kust. Ik was aan het overwegen om
gewoon weer verder te gaan varen, ik had mijn kajak immers voor een uur gehuurd, maar besloot dat het
toch maar beter was om ze terug te gaan brengen en in mijn strandstoel te kruipen.
Nog wat andere vreemde zaken:
Ik had mijn scooter per ongeluk geparkeerd in een zone waar dat niet mocht, en werd geconfronteerd
met een hangslot rond mijn wiel. Ik moest naar het politiekantoor een paar honderd meter verder waar
ik, na 15 euro te hebben betaald en een Thais document te hebben ondertekend dat ik niet begreep,
met een agent op pad mocht die mijn wiel losmaakte en mij nog veel plezier wenste met mijn vakantie.
Toen ik de voorlaatste dag terugkwam hing er een papier op mijn deur waarin stond dat er de dag
daarna geen elektriciteit zou zijn. Ik zou dat geen ramp gevonden hebben, ware het niet dat ik die
dag moest werken en ik gepland had om dat vanuit mijn verblijf te doen. Gelukkig vond ik ergens nog
een café niet te ver van de luchthaven waar ze airco en goedkope koffie hadden, dus moest ik niet te
veel stressen om mijn vliegtuig te halen.
Ik had liever hier mijn werkdag doorgebrachtRussische keuken
Koh Samui
Zoals beloofd, meer over mijn uitstap naar Koh Samui. Dat is een eiland op zo'n 500 kilometer ten zuiden
van Bangkok, vooral gekend voor zijn mooie, witte stranden. Ik had alweer weinig huiswerk gedaan, gewoon
tickets gekocht en rap op booking.com het eerste hotel geboekt dat tevoorschijn kwam. Misschien dat ik
daar best
wat meer tijd in had gestoken, want bij aankomst, 's avonds laat, bleek dat ik niet in een hotel zat,
maar wel in een hut
op het strand. Geen airco, geluidsdichte muren en dat soort luxe, gewoon een hut gemaakt uit bamboe, of
was het teak, ik weet het niet. Het was er warm en vochtig, al stond er wel een ventilator, en het
muggennet liet weinig goeds vermoeden. Het was dan ook geen hotel, maar wel een soort van
strandbar/-restaurant dat ook een paar hutten aanbood als slaapplek. Ik ging natuurlijk al eens in zee,
en die bleek
makkelijk 30 graden warm te zijn.
Na een verbazingwekkend goede nachtrust werd ik wakker en stapte ik naar buiten, en bleek ik te verblijven
op een prachtig strand, letterlijk op 10 stappen van mijn bed.
Ik was aan het overwegen om vier dagen aan een stuk in zo'n rode zitzak te gaan zitten, maar daar ik had
nu ook weer niet zoveel in, en bovendien had ik mijn boek vergeten, dus was ik toch al vrij snel aan het
opzoeken hoe ik mij best kon verplaatsen op het eiland. De snelste en goedkoopste optie bleek gewoon om
een scooter te huren. Ik heb dat vorig jaar in Spanje ook gedaan, maar het contrast was groot. Om te
beginnen kostte het heel wat minder: voor zo'n 6 euro per dag mocht ik ermee rijden. De vrouw die de
winkel uitbaatte vroeg of ik een helm wou, en na even na te denken besloot ik dat dat toch maar een goed
idee was. Daarmee was de transactie afgerond: ik moest geen rijbewijs laten zien, laat staan dat ik aan
verzekeringen en dat soort dingen moest denken. Vijf minuten nadat ik was binnengestapt zat ik al op de
scooter. Het verkeer is er een stuk beter dan in Bangkok, en er zijn maar een paar hoofdwegen, dus veel
moeilijkheden had ik niet. Wat wel wennen was is dat ze in Thailand links rijden, maar vooral dat enkel
de wet van de sterkste geldt. Voorrang verlenen gebeurt hier niet, je kan langs alle kanten ingehaald
worden, en voor je de weg oversteekt kijk je best eerst naar links, dan naar rechts, en dan nog eens
naar links, zoals ze het in school aanleren. (Maar aangezien ze in Thailand links rijden moet dat
misschien omgekeerd.) Toegegeven, eens je eraan gewend bent is het best wel leuk om over de Thaise wegen
te scheuren aan 60 kilometer per uur.
De eerste dag ben ik naar een tempel gegaan, heb ik de zonsondergang aanschouwd vanaf een of strand in
de buurt en heb ik Indisch gegeten in een restaurant met zicht op zee. Later meer!
Het jaar van de draak
In Thailand is het twee keer nieuwjaar, op 1 januari en gisteren, op 9 februari. Er is hier namelijk een
grote invloed vanuit China, en die hebben hun eigen kalender. Die kalender zegt dat het nieuwe jaar
vandaag begint, en dus is het vieren geblazen. De lobby van mijn hotel is volledig versierd in het rood
(want rood is de favoriete kleur van de Chinezen), de receptionisten waren verkleed in traditionele
Chinese outfits, het Boeddha-altaar dat op de parking staat werd met bloemen uitgedost en getrakteerd op
appelsienen (en flesjes water...met rietjes?). Ook
in de shopping malls staat het vol met speciale kraampjes en worden er unieke aanbiedingen gedaan, want
een van de dingen die je traditioneel blijkbaar moet doen met nieuwjaar is gaan shoppen. Goede
marketeers, die oude Chinezen.
Die invloed vanuit China komt voort uit de demografie. Ik heb ergens gelezen of gehoord dat zowat de
helft
van alle Thailanders ergens wel Chinese wortels heeft. Je kan het meestal ook wel zien aan iemand,
voornamelijk aan het verschil in huidskleur, of die meer of minder 'puur' Thai is.
Het is trouwens het jaar van de draak, en die staat symbool voor sterkte, kracht en viriliteit. Daarom is
het zo dat veel Chinezen proberen om net dit jaar een kind te baren. Overigens is mijn Chinees
sterrenbeeld een paard, waar ik mij best in kan vinden. Als ik een paar maanden vroeger was geboren was
ik immers een slang geweest. Mijn broer Klaas is blijkbaar een varken, en dat had ik eigenlijk even goed
niet kunnen opzoeken.
Een grote draak in een groot winkelcentrum
De beste luchthaven
Al eens op een luchthaven geweest waar ze gratis eten en drank uitdelen? Ik sinds vandaag wel.
De luchthaven van Koh Samui blijkt de beste attractie van heel het eiland te zijn. Het lijkt zelfs niet
echt op een luchthaven, eerder op een pretpark of een groot openluchtcafé. Mocht je ooit terrorist
worden en een vliegtuig willen kapen, kom dan zeker naar Koh Samui. De landingsbaan kan je gewoon op
wandelen. Beveiliging is hier amper. Geen drukke wachtruimtes, gigantische duty free shops of kilometers
lange gangen, wel grasperken met zitzakken en comfortabele stoelen, planten, een vijver. Goedkoop bier.
En ja, er was een ruimte met gratis koeken en drank, koffie, met wat verbeelding leek het op een
bescheiden ontbijtbuffet.
Normaal wacht ik niet graag in een luchthaven, maar de volgende keer dat ik hierben kom ik de dag
voordien en slaap ik onder sterren.
Blijkbaar is de luchthaven van Samui eigendom van de luchtvaartmaatschappij die hier alle vluchten
beheert. Wat mij betreft mogen ze er nog wel een paar uitbaten. De rest van mijn uitstap naar Koh Samui
was ook wel plezant, maar dat is voor een volgende keer.
Hard aan het werk
De CEO op bezoek
Het bedrijf heeft kantoren over heel de wereld tegenwoordig, en elk
jaar doet de CEO die een bezoek aan om het afgelopen jaar te overlopen
en het komende te voorspellen. In België, waar de meeste werknemers
zitten, is dat een heel evenement met een hoop sprekers en een strakke
planning. Dat houdt in dat er weinig plaats is voor interactie en dus
is het vrij saai. Hier in Bangkok werkt er een man of 10, dus gaat dat
iets anders: we zetten ons in een vergaderruimte en we krijgen een
persoonlijke voorstelling, zonder al te veel op de klok op te kijken,
waarbij we meer in dialoog kunnen gaan. De inhoud bespaar ik je, het
belangrijke is dat we 's avonds met de CEO (en diens kredietkaart) op
restaurant gingen.
Ik hoef niet meer te zeggen dat eten een belangrijke plaats inneemt in
het leven van de Thai, en dus werd hier wel naar uitgekeken. Op kosten
van de zaak naar een deftig restaurant gaan gebeurt immers niet elke
dag. Het plan was om naar het Mahanakhon te gaan, met 314m
het hoogste gebouw van Thailand, en vermoedelijk ook de grootste
Jengatoren ter wereld.
Dat gebouw heeft uiteraard een rooftop bar en restaurant, en ik keek
er wel naar uit om daar dure Pad Thai te eten terwijl ik van het
uitzicht geniet.
Maar helaas, het mocht niet zijn: het was volledig uitverkocht. De 800
baht / 20 euro die je moet betalen om naar boven te gaan is
klaarblijkelijk nog te weinig om vraag en aanbod met elkaar in balans
te brengen, en dus waren we genoodzaakt om ergens anders goed eten te
gaan zoeken. Gelukkig hebben onze Thaise collega's een encyclopedische
kennis van restaurants in de buurt en is Google Maps hier ook
aanwezig, dus niet veel later waren we al in een ander restaurant,
waar in tegenstelling tot de vorige plaats heel wat minder volk was.
Hoeveel het eten gekost heeft zal ik nooit weten, maar het was
bijzonder smakelijk. Ik hoop dat de foto's voor zich spreken.
VoorgerechtNiet voor gevoelige kijkersDessert
Mijn buik was gevuld. Ik wil toch nog eens de Mahankhon gaan bezoeken.
Ik blijf in beweging
Datum
Afstand (m)
Stappen
06/01/2024
4095.37
6457
07/01/2024
11084.21
15686
08/01/2024
8671.27
12605
09/01/2024
1867.12
2986
10/01/2024
8273.68
12364
11/01/2024
6980.29
10520
12/01/2024
12193.18
18031
13/01/2024
7601.72
11650
14/01/2024
10396.92
15834
15/01/2024
7389.31
11088
16/01/2024
7256.65
10679
17/01/2024
6146.02
9096
18/01/2024
8513.23
12477
19/01/2024
10217.79
14595
20/01/2024
11112.88
16792
21/01/2024
5832.35
8635
22/01/2024
6772.35
10148
23/01/2024
6190.84
8370
24/01/2024
7127.68
10535
25/01/2024
7927.94
11865
26/01/2024
2006.39
3158
27/01/2024
8536.57
12959
28/01/2024
12203.28
18551
Geen idee of deze cijfers correct zijn, maar ik wandel wel veel,
abnormaal veel in vergelijking met de gemiddelde Thai.
Het zicht uit mijn appartement
's Morgens:
's Avonds:
Ik heb na bijna drie weken voor het eerst ook last gehad van mijn maag
en darmen, een ritueel dat elke westerling moet doorstaan. Street food
is lekker, maar als een Belgische voedselinspecteur hier een namiddag
door de stad zou lopen zou er niet meer veel van overschieten.
Nog wat foto's:
Durian stinkt
Een food court, een plaats met veel restaurants die je in
de meeste shoppingcentra en kantoorgebouwen tegenkomt
Ik heb ook voor het eerst ontbeten in het hotel. Heb er lang mee
gewacht, want relatief duur, maar het is wel keigoed. En omdat het de
westerse en Thaise keuken combineert kan je er zowel
brood/spiegelei/croissants/koffie krijgen, als
rijst/noedels/vlees/groenten/etc. Dus als je een beetje gulzig eet is
het zowel ontbijt als lunch en avondeten.
Een kleine selectie
Volgend weekend ga ik naar Koh Samui. Google het maar eens.
Mijn zwembad
's Morgens:
's Avonds:
Valt allebei wel mee.
Een paar zaken die me opvallen
Heel veel smog. Bangkok is een vuile stad.
Ze wandelen, mede daarom (maar natuurlijk ook vanwege de hitte),
niet graag in Thailand. Het openbaar vervoer is redelijk goed, en
als je er daarmee niet komt kan je altijd een taxi boeken voor een
paar euro.
En als je nog minder geld kwijt wilt kan je ook brommers boeken:
niet om zelf te rijden, maar gewoon achterop bij iemand. Als ik wil
word ik naar mijn werk gebracht voor nog geen anderhalve euro.
Ik heb dat 1 keer gedaan, maar vond het toch wel gevaarlijk. Je moet
ook geen helm aandoen ofzo. En als er tussen twee auto's een gat van
30 centimeter is waar ze door kunnen om wat tijd te winnen, dan gaan
ze daar ook gewoon door.
Ze hebben hier ook zebrapaden, maar die zijn puur ter versiering,
want auto's stoppen hier gewoonweg niet. De straat oversteken is
hier levensgevaarlijk.
Je kan die taxi's / brommers bestellen via een app (Grab), een
beetje zoals Uber.
Met het verschil dat je via Grab letterlijk alles kan laten leveren:
pakjes, eten, boodschappen. Stel dat je om 10 uur 's avonds een
onweerstaanbare drang voelt om watermeloen te eten, dan kan dat
gewoon, en je moet er je zetel niet voor uit.
En die watermeloen is al gesneden.
Ze drinken hier letterlijk alles met rietjes. Geen bamboerietjes,
wel zoals wij die vroeger ook hadden, namelijk van puur plastiek. In
de winkels steken ze ook nog alles in plastic zakken. Soms staat er
zelfs volk aan de kassa om dat voor jou te doen.
Massages zijn overal te krijgen aan lage prijzen. Een voetmassage
van een uur kan je hier krijgen voor 6-7 euro.
De winkels blijven hier open tot laat in de avond. De massagesalons
ook. Misschien dat ik straks nog even ga.
Samengevat: het is hier allemaal zeer gemakkelijk. Maar dat gemak
heeft een keerzijde: het minimumloon hier is zo'n 10 euro per dag.
Al die leuke dingen die ik hierboven beschrijf zijn maar mogelijk
omdat een groot deel van de samenleving werkt voor een habbekrats.
En het milieu zit hier ook redelijk ver vanachter in de hoofden van
de mensen. Het is allemaal wel leuk hoe wij daar aandacht aan
besteden in België, maar waarschijnlijk ook een beetje dweilen met
de kraan open als je ziet hoe het er op de meeste plekken nog aan
toe gaat.
De meest primitieve vorm van openbaar vervoer.
Koh Larn
Zondag is rustdag. Als het kan rust ik graag op een strand met zicht
op de oceaan, en dat is hier gelukkig niet zo moeilijk. Op een paar
kilometer van de stad Pattaya, notoire bestemming voor feestbeesten en
stripclubgangers, bevindt zich een eiland met de naam Koh Larn. Ik
weet niet wat Koh Larn betekent. Koh is eiland, dus misschien 'mooi
eiland'? Gelukkig heb ik een collega met auto en is de afstand niet zo
groot, dus waren we omstreeks 11 uur in Pattaya, waar we met een
speedboot naar het eiland werden gevoerd.
Eens daar reden we met een busje naar het dichtstbijzijnde strand. Dat
strand bleek iets mooier dan aan wat ik gewend ben: helder, blauw
water, en zacht, lichtgeel zand. En zoals nog maar eens bleek zijn ze
in Thailand veel beter in diensten aanbieden: je krijgt er een
ligstoel met parasol en obers die bestellingen opnemen. Dus na 10
minuten stonden er een paar kokosnoten op onze tafel, en opnieuw heel
veel eten: rijst, zeevruchten, en soep.
Maar het beste moest nog komen: gaan zwemmen in de zee. Geen koel
Noordzeewater waar je spontaan onderkoeling van krijgt, wel lekker
warm water van boven de 30 graden. Zeker dicht bij het strand waar het
water ondiep was had ik de indruk dat ik in een warm bad zat. Het
zwemmen was leuk, getuige daarvan het feit dat mijn huid onder de
brandwonden zit terwijl ik dit schrijf, maar kwam ook tot een abrupt
einde toen ik met mijn voet op een scherp gesteente ging staan en dus
mankend naar de kant strompelde met een aantal snijwonden in mijn
voet. De avond eindigde met, hoe kan het ook anders, veel en goedkoop
eten in een restaurant aan de zee in Pattaya. En niet zomaar eten
hoor: wel krab en andere schaaldieren, en rijst, want rijst hoort
overal bij. Een apart zicht wel bij het eten: bij eb blijkt de zee
eigenlijk een vuilnisbelt te zijn. En er liep ook een verdwaalde hond
rond.
Nog enkele bemerkingen:
Ik heb nog nooit zoveel Russich gehoord als op dat strand.
De laatste boot terug naar Pattaya was al om 17 uur - als je de
zonsondergang moest zien moest je op het eiland blijven (en dus
dokken.)
De autosnelwegen zijn van goede kwaliteit, eigenlijk veel beter dan
ik had verwacht. Het is niet alsof je over boter glijdt, maar er
staan tenminste wel palmbomen langs de weg.
Rooftop bar
Bangkok staat vol met wolkenkrabbers, en soms worden de daken ervan
gebruikt om restaurants en bars neer te zetten. Zo ontstaat het
concept van de rooftop bar: een plaats waar je prijzig* eten en
drinken kan bestellen om van het uitzicht te genieten. Zeer
impressionant, vooral de eerste vijf minuten. Daarna vergeet je het
eigenlijk. Maar toch leuk om er eens geweest te zijn.
* zelfs voor Belgische standaarden. Om toegang te krijgen moet je
verplicht een euro of 20 per persoon uitgeven.
Meer eten
De eerste indrukken blijven vooral gewoon eten:
Eten
Er is één constante in Bangkok, en dat is eten. Alles draait hier om
eten. Eten kan altijd en overal. Men praat hier over eten zoals wij
over het weer praten. Ze eten hier dan ook vaak. In België leren ze
ons om 's morgens te eten als een koning, 's middags als een prins en
's avonds als een bedelaar. Hier gebeurt dat iets anders: er is weinig
verschil tussen ontbijt, lunch en avondeten. Het is meestal rijst met
vlees (varkensvlees of kip vooral). Of soep met noedels. Soja, papaja,
ei, pepers, het passeert allemaal de revue. En sauzen, heel veel
sauzen. Hoe komt het dat wij zo weinig saus eten? Mayonnaise en
ketchup, en daar stopt het meestal. Hier steken ze alle smaken van de
wereld in hun sauzen, en dat smaakt zo goed.
Maar waar eten de mensen dan? Het antwoord is dat je dat meestal
gewoon op straat doet. De straten zijn bezaaid met kraampjes en kleine
restaurantjes waar je alles kan kopen waar je zin in hebt, en dat,
niet onbelangrijk, aan belachelijk lage prijzen. Ik stapte daarstraks
op straat, besefte dat ik honger had, en vijf minuten later zat ik in
een soort kantine een bord rijst met varkensvlees te eten voor de
zachte prijs van 40 baht, ongeveer 1 euro. Het spreekt voor zich dat
ik met dat soort voorzieningen niet vaak zelf ga koken. Ik heb hier
een collega die geen keuken heeft en begrijp nu waarom.
Met een tafellaken van Winnie De PoohVarkensvlees, ei en zuurkool...en saus...
Ik ben hier nog maar een week en weet nu al dat ik het eten
ongelofelijk ga missen.
90 dagen in Thailand
Het werk stuurt me 3 maanden naar Bangkok om mijn expertise te delen.
Nu ik er toch ben, heb ik maar beslist om van de gelegenheid gebruik
te maken om de lokale cultuur, omgeving en mensen te verkennen. Mijn
reis heeft amper voorbereiding gehad: het leuke aan betaald op reis
gaan is dat ik zelf niks heb moeten doen. Al klopt dat ook weer niet
helemaal: ik ben namelijk wel pasfoto's gaan laten maken. Ik heb ook
niks opgezocht over het land. Dat is logisch, als de sint komt wil je
ook niet op voorhand weten wat die gaat brengen. Intussen ben ik hier
een aantal dagen en is de initiële cultuurshock gaan liggen, want die
was er zeker wel. Het zal kort en krachtig worden.
Om erin te komen toon ik een foto van hoe men hier de vuilniszakken
buiten zet:
Bekijk de foto zeker goed, er zitten veel elementen in die de stad
typeren. En ja, de stank was navenant.